Stage als onderdeel Nederlandse opleiding
Als non-EU studenten een stage doen die onderdeel is van een Nederlandse opleiding hoef je als werkgever geen tewerkstellingsvergunning (TWV) aan te vragen. Er is ook geen wijziging in de studieverblijfsvergunning nodig. Wel is in de Wet arbeid vreemdelingen vastgelegd dat er een tripartiete overeenkomst getekend moet worden door de student, de stagewerkgever en de hogeronderwijsinstelling.
Dit moet omdat de universiteit of hogeschool erkend referent is en daarmee de studieverblijfsvergunning aanvraagt voor de niet-EU student. De erkend referent heeft bepaalde rechten en plichten, zoals het monitoren van de studievoortgang van de niet-EU student.
Samen met het hogeronderwijsveld en met de betrokken overheidsinstanties is een standaard format ontwikkeld, dat in lijn is met de wetgeving voor de verplichting van de tripartiete stageovereenkomst:Standard internship agreement for non-EU/EEA-students (120,12 kB)
Er moet altijd een (digitale) kopie van de stageovereenkomst aanwezig zijn bij de stagewerkgever en de hogeronderwijsinstelling.
Stagevergoeding
Een werkgever kan de stagiair een stagevergoeding geven. De werkgever beslist zelf of er een vergoeding wordt geboden en hoe hoog deze is. Meer informatie over de stagevergoeding in het Engels vind je op de website Study in Holland.
Hoe je een internationale student in dienst neemt als stagiair staat overzichtelijk uitgelegd in deze toolkit
Stage als onderdeel buitenlandse opleiding
Als je een stagiair met een nationaliteit van buiten de EU aanneemt, die een buitenlandse opleiding volgt, moet je de volgende wettelijke procedures volgen.
Verblijfsvergunning
Of de stagiair een verblijfsvergunning nodig heeft, hangt af van de nationaliteit en de verblijfsduur. We raden je aan de toolkit
te raadplegen waarin alle opties beschreven staan.
Tewerkstellingsvergunning
Een tewerkstellingsvergunning (TWV) wordt ook wel werkvergunning genoemd en is meestal nodig als een niet-EU burger een stage in Nederland wil lopen. Een tewerkstellingsverguinning (TWV) is nooit nodig als:
- de stagiair afkomstig is uit de EU/EER/Zwitserland;
- de stagiair meedoet aan een Europees actieprogramma, zoals Erasmus+.
De werkgever vraagt de TWV aan bij UWV
. Hierbij moet je aantonen dat de stagiair over voldoende financiële middelen beschikt. Dit is 50% van het minimumloon en mag bestaan uit:
- eigen middelen van de internationale stagiair;
- beurzen;
- stagevergoeding.
Als je geen TWV voor je stagiair aanvraagt terwijl dit wel had gemoeten, riskeer je een boete. De Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) controleert of je de regels naleeft.
Stagevergoeding
Je bepaalt als werkgever zelf of je een stagevergoeding geeft en hoe hoog deze is. Hier gelden geen regels voor. Een stagevergoeding kan wel een manier zijn om aan te tonen dat de student over voldoende financiële middelen beschikt. Dit is een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een verblijfs- en werkvergunning (zie hierboven).
Stageplan
Een stageplan wordt meestal opgesteld door de buitenlandse onderwijsinstelling en omschrijft de werkzaamheden en de leerdoelen. Als de buitenlandse onderwijsinstelling geen stageplan levert, stelt de werkgever zelf met de stagiair een stageplan op. Het UWV bepaalt, mede aan de hand van de opgestelde leerdoelen, of het niet om verkapte arbeid gaat.
BSN
Als de stagiair een stagevergoeding ontvangt moet hij een BSN hebben. Meer informatie over het aanvragen van een BSN in het Engels
vind je op de website Study in Holland.